MetJetOnline

Schrijven met dyslexie? Why not?

Laat ik maar meteen met de deur in huis vallen: ik ben Jet en ik heb dyslexie. Altijd een goede binnenkomer voor een tekstschrijver. Want één ding is zeker: het geeft stof tot praten. Van ‘wat een opmerkelijke keuze’ tot ‘hoe dan?’. En alles daar tussenin natuurlijk. Tja, hoe dan? Gewoon doen. Ik zou kunnen stellen dat dit mijn levensmotto is. Als je doet wat je altijd deed, krijg je immers wat je altijd kreeg. Saai dus. Toch is het niet altijd zo geweest…

Gekke naam joh
Op de lagere school ging vooral lezen mij heel goed af. Je had in die tijd (misschien nu nog wel) niveaulezen en ik meen me te herinneren dat ik daar vrij goed in was. Waarschijnlijk had dat alles te maken met het feit dat ik lezen ook écht heel leuk vond. Nog steeds trouwens. Bij dat niveaulezen moest je ook passages voorlezen en daar viel ik een beetje door de mand. Ik las woorden die niemand anders las. Simpelweg, omdat ze er niet stonden. Daar heb ik van tijd tot tijd nog steeds last van. Zo heb ik jarenlang gedacht dat er een kapper in Deventer zat genaamd Kapsalon Dirty. Gekke naam voor een kapsalon: dirty. Tot ik op een dag de juiste naam las. De kapster bleek de kapsalon haar eigen naam te hebben gegeven: Dity. Niet zo gek dus…

Schuilen achter de sticker
Wat die schooltijd betreft zou je denken: niets aan het handje toch? Ai, was het maar zo’n feest. Tijdens grammatica bleef ik genadeloos achter als het ging om d’s en t’s (iemand nog een kaart met ‘van harte gefeliciteert’ van mij liggen?) Ook de f of v was niet echt een feestje. Hoe veel remedial teaching er ook tegenaan werd gegooid, ik pakte het niet op. Misschien had dat ook te maken dat ik inmiddels de sticker ‘dyslexie’ opgeplakt had en mij hier zeer gerieflijk achter kon verschuilen. And so on, and so on.

Kut grammatica
Fast forward naar het HBO. Hier kreeg ik natuurlijk te maken met het schrijven van allerhande verslagen en documenten. En met de bijbehorende spel- en grammatica fouten, want op de een-of-andere manier willen die nog steeds niet worden opgemerkt door de spellingcontrole. Toen ik mijn allerlaatste rapport voor de derde keer in moest leveren, beloofde ik mijzelf plechtig om nooit meer een tekst te schrijven. Nooit. Nimmer. Never! Ik was zó klaar met die Nederlandse kut grammatica.

Enthousiaste spreektaal
Nog steeds vind ik ‘onze’ taal van tijd tot tijd frustrerend. En de bijbehorende regels niet te volgen, maar ik heb een manier gevonden om redelijk foutloos door het leven te gaan. Ik schrijf zoals ik praat. Wie mij kent weet: dat is 5 kwartier in een uur en over het algemeen vrij enthousiast. Zo ook met het schrijven. Door in spreektaal te schrijven, wordt het actiever. Het voordeel? Weinig woorden die eindigen op een d of t. Bijkomend voordeel: het leest een heel stuk prettiger!

Go. For. It!
Afijn. Voor iemand die nooit, maar dan ook nooit meer een tekst zou schrijven, heb ik de afgelopen jaren toch heel wat woorden op papier gezet. Ik kan zelfs stellen dat ik het supertof vind. En dat, geloof mij, had ik nooit verwacht zwart op wit te zeggen. Het internet wordt zoveel leuker als iedereen schrijft vanuit innerlijk enthousiasme. Daarom een oproep aan álle schrijvers met dyslexie én drempelvrees: go for it!